, [], Whether the sin against the Holy Ghost can be forgiven?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoeveel te min [33][op] degenen, die [34]lemen huizen bewonen, welker grondslag in het stof is? Zij [35]worden verbrijzeld [36]voor de motten. 33. Te weten, vertrouwt Hij, namelijk, God. Anders, hoeveel te meer, [verlegt Hij dwaasheid] op degenen, enz. 34. Hebreeuws, huizen des leems. Versta door deze de lichamen der mensen, die oorspronkelijk uit aarde en slijk gemaakt zijn; Gen.2:7; 1 Kor.15:47. Zo worden ook de lichamen bij huizen en woningen vergeleken; 2 Kor.5:1. Sommigen verstaan het van de aardse woning der mensen gesteld tegen de hemelse woningen der engelen. 35. Hebreeuws, verbrijzelen; dat is, verbrijzeld worden. Alzo onder, hfdst.7 vs.3, hebben mij besteld, voor zijn, of worden mij besteld; en hfdst.34 vs.20, nemen weg, voor wordt weggenomen; Spreuk.6:30, verachten, voor veracht wordt; Luk.12:20, zal eisen, voor zal geeist worden, enz. 36. Hebreeuws, voor het aangezicht ener mot; dat is, zeer haastelijk, eerder en lichter dan een mot verteerd wordt, welke door een kleine aanwrijving verbroken wordt. De woorden voor het aangezicht betekenen hier niet de plaats, maar den tijd, gelijk Gen.27:7, en Gen.29:26, en Gen.36:31. Anderen verstaan daardoor van de motten.